De studentenhuurovereenkomst: rechten, plichten en formaliteiten
Algemene begrippen
Met een studentenovereenkomst kan een werkgever het volgende in dienst nemen:
-
Een jongere van 15 jaar of ouder die een voltijdse opleiding volgt
-
Een leerling die geen werkloosheids- of integratie-uitkering ontvangt, die geen duale opleiding volgt en die zijn studentenbaan bij een andere werkgever dan zijn stagebegeleider uitvoert
-
Een jongere van 15 jaar of ouder die een deeltijdopleiding volgt, maar alleen tijdens de schoolvakanties
-
Een jongere die zijn leerplicht heeft voltooid
Kenmerken van het studenten contract
Contractuele formaliteiten
Het contract moet verplicht schriftelijk worden vastgelegd, overeenkomstig artikel 123 van de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten.
-
De duur van de overeenkomst wordt altijd bepaald
-
Contracten mogen niet langer duren dan 12 opeenvolgende maanden
-
Bij niet-naleving kan de student het contract zonder opzegtermijn of schadevergoeding opzeggen. De werkgever moet zich bij onrechtmatige beëindiging houden aan de regels voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Proefperiode
-
De proefperiode is in 2014 afgeschaft, maar een proefclausule van 3 dagen blijft mogelijk voor studenten
-
Gedurende deze 3 dagen kunnen de werkgever en de student het contract vrijelijk opzeggen, zonder opzegtermijn of schadevergoeding
Rechten bij arbeidsongeschiktheid
-
Studenten hebben recht op een gegarandeerd loon tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid
-
Na 7 opeenvolgende ziektedagen kan de werkgever het contract beëindigen met een vergoeding die overeenkomt met de resterende looptijd van het contract of de opzegtermijn
Dimona-aangifte
Studenten moeten via Dimona worden aangegeven.
De aangifte gebeurt per kwartaal, met vermelding van het aantal gewerkte uren.
Sinds de recente hervorming bedraagt het toegestane aantal uren voor studenten:
-
650 uur per jaar
-
maximaal 240 uur per kwartaal
Boven dit quotum is de werkgever verplicht om de gewone sociale bijdragen te betalen, net als voor elke andere werknemer.
Einde van het studentencontract
-
Het contract loopt af op de vervaldatum, tenzij het voortijdig wordt beëindigd.
-
Ontslag:
-
Anciënniteit ≤ 1 maand → opzegtermijn van 3 dagen
-
Anciënniteit > 1 maand → opzegtermijn van 7 dagen
-
-
Ontslag:
-
Anciënniteit ≤ 1 maand → opzegtermijn van 1 dag
-
Anciënniteit > 1 maand → opzegtermijn van 3 dagen
-
Bewaring van sociale documenten
-
Het schriftelijke contract moet vijf jaar worden bewaard.
-
Bij een sociale controle moet de werkgever het volgende kunnen voorleggen:
-
Het contract
-
Het bewijs van de studentenstatus van de werknemer
-
Maximale bedragen die niet mogen worden overschreden
Maximale bedragen om in aanmerking te blijven komen voor de studiefinanciering van de ouders
-
Als de ouders getrouwd zijn: de student mag maximaal 7 102,50 € bruto belastbaar inkomen
-
Als de ouders gescheiden zijn: de student mag maximaal 8 990 € bruto belastbaar inkomen
Als de student deze bedragen overschrijdt, kan hij niet langer worden beschouwd als ten laste van zijn ouders voor fiscale voordelen.
ARTIKELETIKETTEN:
- ,